55. Egoïsme (Ahamkara)

Affirmatie:

Ik laat mijn ego los en erken dat ik deel ben van het grotere geheel. Door mijn verbinding met het kosmisch bewustzijn vind ik mijn ware natuur en overstijg ik de illusie van afgescheidenheid.

Ik handel vanuit nederigheid, liefde, en respect voor het goddelijke in mezelf en anderen.

 

Mantra's:

Om Ahamkaraya Namah

Om Vishnave Namah

55. Egoïsme (Ahamkara)

 

Aham betekent ‘ik’ of ‘ik ben’. Kara (van akar) betekent ‘vorm’. Wanneer het ik vorm aanneemt wordt het Ahamkara. Wanneer het centrum van iemands innerlijke activiteiten zijn ‘ik’ wordt, wordt zijn ahamkara gevangen in de illusie van mij en mijn. Wanneer ahamkara — dat eigenlijk het hoogste aspect is van de werkelijkheid — er niet in slaagt om zich één te voelen met het geheel, en een eenzaam deel wordt, dan verandert het in egoïsme.

Wanneer alle attentie van de speler uitsluitend gericht is op het bereiken van de dingen die hij begeert, wordt de speler egocentrisch. De middelen zijn niet langer belangrijk. De enige goede middelen zijn die welke hem, juist of onjuist, naar zijn doel brengen. Zolang hij nog nederigheid en achting, eerbied en liefde voor anderen voelt, zullen die middelen nog in verhouding tot zijn doel zijn. Dan beseft hij dat zijn eigen begeerten niet zó belangrijk zijn dat zij het pijn doen van anderen rechtvaardigen.

Maar wanneer begeerte de psyche van de mens overheerst en hij zich niet langer kan identificeren met nederigheid, liefde, geduld, respect en achting, wordt hij een agnosticus. Hij verliest alle waarden uit het oog door zijn hier-en-nu betrokkenheid bij zijn pogingen om zijn eigen identiteit in het spel te versterken.

Het versmelten met het Kosmisch Bewustzijn lijkt voor hem op doodgaan. Oude patronen, gewoonten en ideeën moeten wegvallen wanneer de speler de bevrijding wilt bereiken. Maar Ahamkara wil niet sterven. Het ego wil vasthouden aan zijn oude identificaties. En de weerstand neemt toe naarmate de speler dichter bij het bereiken van het Kosmisch Bewustzijn komt.


Hindoe-zieners geloven dat geluid de bron van heel de schepping is. Geluid is de meest subtiele vorm waarin de energie voor de schepping bestond. Er zijn 52 vormen waarin de energie van het geluid in de gemanifesteerde vorm bestaat, en wanneer het menselijk organisme zich ontwikkelt, lokaliseren deze geluiden zich aan de uiteinden van de zenuwen van de centra van psychische energie.
Het eerste geluid is het simpelst: aa. Het laatste geluid is ha. Daarom is al het bestaande van aa to ha. En in de vorm van de identificatie wordt aa met ha verbonden tot ahamkara, het gevoel een individueel wezen te zijn.

De yogaleer onderscheidt in het menselijke bewustzijn vier aspecten of categorieën: Manas (denkgeest, de zenuwpees gericht op overleven); Buddhi (verstand, intellect), Chitta (zijn) en Ahamkara (ego).
Alle zintuiglijke waarnemingen komen samen in Manas, in het Engels vaak vertaald als ‘(lower) mind’ (en in het Nederlands vaak vertaald als ‘geest’, dat echter ook gebruikt wordt om de ‘spirit’ aan te duiden, vandaar dat de vertaler het onderscheid maakt door het woord ‘denkgeest’ te gebruiken voor mind, en spirit behoudt voor onze Goddelijke essentie of ziel).
Het begrijpen van deze zintuiglijke gewaarwordingen — hun categorisering en evaluatie — gebeurt door Buddhi, het verstand of intellect, ook wel ‘higher mind’ genoemd in het Engels. De vreugde en emoties die deze waarnemingen oproepen worden geregistreerd door het zijn (chitta). En datgene dat denkt dat het als één persoon al zijn ervaringen ontvangt en ervan geniet, is het ego (ahamkara).
Wanneer het ego — dat al deze ervaringen ontvangt en ervan geniet — echter het enige aspect wordt, worden alle andere aspecten middelen om zichzelf te vervullen. Wanneer het ego niet verbonden is met de drie andere aspecten en met het kosmisch bewustzijn, wordt het egoïsme.

Ego is een direct resultaat van het gevoel van ‘zijn’, chitta. Om het spel te spelen identificeert dit gevoel zich via het ego met het symbool dat van vakje naar vakje verschuift, en dat soms door de pijlen weggenomen wordt naar boven en op een ander moment door de slangen meegetrokken wordt naar beneden.

Wanneer de speler zich volledig identificeert met het symbool en verrukt raakt bij iedere pijl en gedeprimeerd bij iedere beet van een slang, is hij het slachtoffer van egoïsme. Hij is zo gehecht aan het spel zelf, dat hij zijn eigen goddelijke natuur vergeten is.

Dit ahamkara bestaat niet vóór de vijfde chakra. Dan is men nog bezig om geboren te worden. De vijfde chakra is het vlak van de geboorte van de Mens en daar komt ahamkara naar voren. Het ego passeert de onwetendheid en ware wijsheid leert naar de stem van zijn geweten te luisteren als hij aan de zesde chakra begint.

Het is in de zevende chakra dat de speler werkelijk zijn identiteit vaststelt en een eigen stabiliteit verkrijgt rond een innerlijk centrum. De speler ontdekt dat hij niet als afzonderlijke eenheid bestaat maar dat hij een manifestatie van krachten is en op een gegeven moment met zijn bron zal moeten versmelten. Het is hier dat hij oog in oog komt te staan met het gevaar van de dood en dat kan hem doen omslaan naar egoïsme.

De zevende chakra is het hoogste vlak in de microkosmos die de speler is. Hier bereikt hij het hoogtepunt, alles waar hij naar heeft gestreefd. 

Wanneer men het hoogtepunt bereikt heeft, zijn er slechts twee mogelijkheden: of hij kan opgaan in het hogere, in een zuivere vibratie, en vormloos worden, of hij kan vallen. Hoe hoger de speler komt, hoe dieper hij kan vallen. Wanneer ahamkara tegen de stroom van de ware religie ingaat, is Woede (3), het onvermijdelijke resultaat. Dit trekt al zijn energie naar beneden, naar de eerste chakra waarvandaan hij opnieuw moet beginnen met zijn tocht naar boven. Wanneer de speler te egocentrisch wordt, verandert het ego in egoïsme.

In de Hindoe-mythologie staan de Purana’s vol met beschrijvingen van dit egoïsme, dat altijd pas ontstond na grote boete en soberheid. Nadat de mens hiervoor als geschenk macht verwierf, werd hij een egoïst en riep zichzelf uit tot god. Deze valse identificaties trokken hem naar beneden naar de eerste chakra: woede, hebzucht, zelfbedrog, ijdelheid en gierigheid. De hele planeet werd verstoord. Daarom verscheen de aarde in de gedaante van een koe voor Vishnu en vroeg hem om haar van deze last van het egoïsme te bevrijden. Op dat punt in het epos neemt Vishnu, de grote beschermer van het leven, vorm aan door geboren te worden. Dan gaat de god op weg om de draak van egoïsme in de speler te verslaan. Een egoïsme dat tegengesteld is aan het beginsel van de instandhouding. Ahamkara is het voedsel van Vishnu en Kosmisch Bewustzijn is zijn woonplaats.


Ga terug naar 3. Woede

Ahamkara

 

Ahamkara, "I" takes form, a trap of maya's hold,

Desires burn, a raging storm, self-centered, grasping gold.

 

Means become irrelevant, all that matters is the goal in sight,

Compassion fades, love grows cold, lost in the dark dark night.

 

To Cosmic heights, the player nears, a death the ego fears,

Old patterns cling, a well of tears, as liberation nears.

 

From "aa" to "ha," the sound of being, the sense of self defined,

Yet separate from the whole world seeing, egotism's path we find.

Ik herken en los de illusie van mijn afzonderlijke ik op, en omarm mijn verbondenheid met het geheel. Mijn ware kracht ligt in nederigheid, liefde, en toewijding aan het grotere geheel. Ik laat mijn ego los en vertrouw op het pad van het kosmische bewustzijn.

Leela:        1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72  


Leela, spel der zelfkennis, door Harish Johari, Redactie, muziek en art: Garsett Larosse
© Made with Love Projects 2024-2025
www.DeLevenskunstenaar.org - www.TheLifeArtist.org - www.Healing-Earth.org