Rennes-les-Bains

Welkom op mijn blog over Rennes-les-Bains, een prachtig dorpje in de regio Occitanie in Frankrijk. In deze post ga ik jullie vertellen over de geschiedenis van Rennes-les-Bains als centrum voor gezondheid. Rennes-les-Bains is namelijk een van de oudste kuuroorden van Europa, waar al sinds de oudheid mensen komen om te genieten van de heilzame werking van het warme bronwater.

Rennes-les-Bains ligt aan de rivier de Sals, die zijn naam dankt aan het hoge zoutgehalte van het water. Het water bevat ook andere mineralen, zoals ijzer, calcium, magnesium en zwavel. Deze mineralen hebben een gunstig effect op allerlei kwalen, zoals reuma, huidproblemen, spijsverteringsstoornissen en stress. Het water heeft een temperatuur van ongeveer 50°C en komt uit verschillende bronnen die verspreid zijn over het dorp.

De eerste bewoners van Rennes-les-Bains waren waarschijnlijk de Redones, een Keltische stam die zich in de streek vestigde rond de 5e eeuw voor Christus. Zij noemden de plaats Rhedae en maakten gebruik van de warme bronnen voor hun rituelen en genezing. Later werd de plaats veroverd door de Romeinen, die er een nederzetting bouwden met de naam Condate. De Romeinen bouwden ook thermen, aquaducten en tempels om het water te eren en te benutten. Ze lieten ook munten en inscripties achter die getuigen van hun aanwezigheid.

In de middeleeuwen kwam Rennes-les-Bains onder de invloed van het graafschap Razès, een vazalstaat van het Frankische rijk. Het dorp behoorde tot de parochie van Rennes-le-Château, een naburig dorp dat bekend is geworden door de mysterieuze schat die daar zou zijn verborgen door pastoor Bérenger Saunière in de 19e eeuw. Rennes-les-Bains bleef een belangrijk kuuroord voor de lokale bevolking en voor pelgrims die op weg waren naar Santiago de Compostella.

In de 16e eeuw werd Rennes-les-Bains bezocht door koning Frans I van Frankrijk, die leed aan syfilis. Hij hoopte dat het water hem zou genezen, maar dat gebeurde niet. Wel gaf hij het dorp het recht om zout te produceren en te verhandelen, wat een belangrijke bron van inkomsten werd. In de 17e eeuw werd Rennes-les-Bains ook bekend bij de wetenschappelijke wereld, dankzij de ontdekkingen van Pierre Borel, een arts en natuuronderzoeker die het water analyseerde en beschreef.

In de 18e eeuw kreeg Rennes-les-Bains een nieuwe impuls door de bouw van een modern kuurcentrum door Antoine d'Arboussier, een rijke edelman die zelf ook baat had bij het water. Hij liet ook een park aanleggen met exotische planten en dieren, en nodigde beroemde gasten uit, zoals Voltaire, Rousseau en Casanova. Het kuurcentrum werd verder uitgebreid in de 19e eeuw door Paul Courrent, een ingenieur die nieuwe bronnen aanboorde en nieuwe faciliteiten toevoegde.

In de 20e eeuw kende Rennes-les-Bains een periode van verval door de twee wereldoorlogen en de opkomst van andere kuuroorden. Het dorp raakte in de vergetelheid en trok nog maar weinig bezoekers. Pas in de jaren 70 begon er weer interesse te ontstaan voor het dorp, mede dankzij de publicatie van het boek Het heilige bloed en de heilige graal, dat een verband legde tussen Rennes-le-Château, de Tempeliers, de Katharen en de Heilige Graal. Sindsdien is Rennes-les-Bains weer een populaire bestemming voor toeristen, die niet alleen komen voor het water, maar ook voor de cultuur, de natuur en de mysteries die het dorp omringen.

Rennes-les-Bains is dus een dorp met een rijke en fascinerende geschiedenis, die teruggaat tot de oudheid. Het is een plek waar je kunt ontspannen, genezen en genieten van de schoonheid van het landschap. Ik hoop dat jullie na het lezen van deze blog post zin hebben gekregen om Rennes-les-Bains zelf te ontdekken. Ik kan het jullie van harte aanbevelen!